Categorieën
Duurzaamheid Mobiliteit

Opinie: Brussel heeft Good Move 2.0 nodig

Het Brussels gewestelijk mobiliteitsplan Good Move is tijdens de verkiezingen in een storm terechtgekomen. Dat plan, dat doorgaand verkeer uit de woonwijken wil weren, is de zondebok geworden voor zowat alles wat fout loopt in Brussel, van fileleed over onbereikbaarheid tot economische neergang. Zelfs thema’s die niets met mobiliteit te maken hebben, worden erbij gesleurd. Dat Good Move voorlopig maar in zes wijken is ingevoerd en dat in die wijken erg goeie resultaten kunnen worden voorgelegd, is blijkbaar van geen tel.

De meest tot de verbeelding sprekende autoluwe wijk is het historische centrum van Brussel, de Vijfhoek. Met de invoering van het lussenplan daalde het autoverkeer er met 20 procent, het fietsgebruik steeg met 20 procent. Het aantal ongevallen daalde met een vijfde. De luchtkwaliteit verbeterde en de geluidsoverlast daalde merkbaar. De handel draait op volle toeren en de bewoners herademen. In de autovrije schoolstraten wandelen en fietsen kinderen zorgeloos naar school.

Als notoir tegenstander van Good Move verklaart Georges-Louis Bouchez in La Libre dat we voortaan het land gaan besturen zoals ingenieurs. In andere media voegt hij daaraan toe dat hij de ambitie heeft om het plan te begraven – of zoals hij het zelf zegt: “Oui, nous allons mettre Good Move à terre.” Wat zijn strijdvaardige kritiek op het plan precies inhoudt, is onduidelijk. Welk alternatief plan hij dan wel voorstelt, komen we niet te weten.

Tijd dus om de ingenieurs naar wie hij verwijst aan het woord te laten in het debat over mobiliteit. Is Good Move de doodgraver van de Brusselse economie? Is Good Move de oorzaak van alle stilstand? Maakt Good Move de stad onbereikbaar?

Je hoeft geen verkeersdeskundige of ingenieur te zijn om het omgekeerde waar te nemen. Maar ook specialisten bevestigen: wat autostad Brussel nodig heeft, is een plan om de Europese hoofdstad op een hedendaagse leest te schoeien. Een circulatieplan dat niet alleen het verkeer structureert en plaatsmaakt voor andere transportmiddelen dan de auto, maar ook een project dat de transitie inzet naar een gezonde en duurzame, klimaatrobuuste stad die aantrekkelijk is voor bewoners, opgroeiende kinderen, investeerders, ondernemers, forenzen en bezoekers. ‘Le tout à la voiture’ waar de tegenstanders naar lijken terug te grijpen, zal net meer auto’s tot stilstand brengen in plaats van de vlotte doorstroming ervan garanderen. De verkeerscongestie bestrijden door de autosluizen open te draaien, is als het gat uit de haag wegknippen.

Is Good Move dan perfect en werd het overal vlekkeloos ingevoerd? Is het plan vatbaar voor verbeteringen? De vraag beantwoorden is het begin van een Good Move 2.0. Het is wel duidelijk dat Brussel – voorbij alle emotionele reacties over Good Move – een stadsproject nodig heeft dat inzet op leefbaarheid, sociale cohesie en inclusie, activering, economische welvaart, een stad op kindermaat, enzovoort.

Circulatieplannen zijn daar een essentieel onderdeel van. Veel meer dan het oorspronkelijke plan moet Good Move 2.0 de verbinding maken tussen de zuivere mobiliteitstransitie en de ruimtelijke uitdagingen op wijk­niveau. Mobiliteit is stadsvernieuwing en stadsvernieuwing is mobiliteit.

Andere Europese steden zijn Brussel voorgegaan. Kopenhagen ontpopte zich tot fietsstad. In Bordeaux vernieuwde burgemeester Alain Juppé de stad door de tram centraal te stellen. De straten van Oslo werden onder het Vision-Zero-beleid verkeersveilig. De Londense burgemeester Sadiq Khan verbeterde de luchtkwaliteit en de gezondheid van inwoners met de invoering van de Ultra Low Emission Zones. Parijs zet met ‘La ville d’un quart d’heure’ in op nabijheid en bereikbaarheid te voet en met de fiets. Die steden bewijzen dat elke politieke strekking bij machte is om met een wervend verhaal een duurzame mobiliteitstransitie aan stadsvernieuwing te koppelen.

Wat al die bestuurders gemeen hebben is visie, innovatie, overtuiging en de vastberadenheid om hun project uit te voeren. Weg van de polarisatie, samen rond de tekentafel.

Annekatrien Verdickt (architect, gastprofessor UGent, actief bij burgerbeweging Filter Café Filtre) en Abdelmajid Boulaioun (architect UCLouvain/Multiple) (ook medeondertekend door tientallen academici)

Share